top of page
Zoeken

ITGWO 2018

  • marcyloumusic
  • 10 feb
  • 5 minuten om te lezen

DEEL 1

 

De kapitein van de “Midsland” begint zijn aanmeermanoeuvre. “Dames en heren, welkom op Tersch - ik bedoel: Vlieland!” Hier en daar klinkt gegrinnik. Hij vaart een andere route normaal. Normaal varen er niet twaalf boten per dag naar Vlieland. Het is rumoerig gezellig op de boot. Een mix van jong en oud. Rockers en kunstliefhebbers. Halve liters vloeien rijkelijk, er wordt gekaart en de echte die hard neemt alvast het blokkenschema door. Er heerst een gezonde oh-wat-gaan-we-beleven-iedereen-is-mijn-vriend-ach-doe-mij-maar- -een-bier-het-is-al-11u-sfeer.

Into The Great Wide Open begon ooit met 4.000 bezoekers. Nu (2018) zijn dat er ruim 6.500 en zoeken minstens 1.000 mensen op Ticketswap een kaartje. Het heeft iets van exclusiviteit; met een festivalticket ben je er nog niet. Je hebt ook nog een bootkaartje nodig. Dat maakt dat als je eenmaal op de boot zit, je wordt overvallen met een gevoel van opluchting; “Yes, I made it.” Er zijn zes podia met 65 muziekoptredens (ter vergelijking: in 2018 had Lowlands 55.000 bezoekers en 159 acts op 10 podia).

De podia zijn weer wat veranderd dit jaar. De IJsbaan is verruild voor het Strand. Het moest er een keer van komen. Een schot in de roos. Met takken en vrolijke kleuren is een “ruimte” afgebakend, precies zo dat de zee bij vloed net niet tegen de “muren” komt. Het grootste applaus die vrijdag komt uit de Vuurboetsduin als Reinbert de Leeuw om 14:00u de laatste toon van Eric Satie laat klinken. Honderden mensen springen op, sommigen waren ingedut onder de felle zon, na een uur doodse stilte en de zachte tonen van Satie. De ovatie houdt minutenlang aan. Het is ontroerend hoe de dunne, grijze Reinbert de Leeuw zijn applaus in ontvangst neemt, de coulissen induikt – a.k.a. achter de piano gaat staan -  en terugkomt voor nog meer applaus.

Daarvoor had Haley Heynderickx (alleen die naam al!) haar fragiele liedjes al laten horen op het Kerkplein, een nieuw buitenpodium (voorheen vonden de optredens in de kerk plaats). Schertsend zegt ze dat er een ‘graveyard’ naast het podium is waar de slechte muzikanten kunnen worden opgeborgen. Naast mijn Oma, denk ik trots, waar ik een uur tevoren nog een paar bloemetjes heb neergelegd.

Daarna volgt een heen en weer geloop tussen Sportveld en Open Plek waar om klokslag 19u alle kinderen op het podium bij De Likt staan te springen (en ik baal dat ik geen 8 meer ben) en waar het één-na-grootste applaus van die dag klinkt. De Rotterdamse natte T en grenzeloze energie van frontman Jordy Dijkshoorn zet de hele Open Plek op zijn kop. Wende weet veel mensen te ontroeren met haar kleinkunstliedjes en Dimitri Verhulst-invloeden. “Een droom die uitkomt om op ITGWO te staan”, zegt ze. Dat is lief. Je moet wel helemaal vooraan staan om het te waarderen – achterin is de bas te dominant en zijn de teksten niet te verstaan.

Toen was het aan John Cale (bekend van The Velvet Underground met Lou Reed), misschien wel de meest ervaren rocker van ITGWO. Ouderwets was het allerminst. John gaat met zijn tijd mee, misschien wel té (Ross uit Friends op zijn keyboard met special effects en chopper sounds is er niets bij). Het publiek staat verdacht stil. Ook hier stond de muziek weer oorverdovend hard, ik word waarschijnlijk te oud. Oordorpen zijn tegenwoordig een must. Destroyer en Julia Holter konden niet echt boeien, maar de sfeer is er niet minder om. De Open Plek is gewoon een hele mooie plek.

Roisin Murphy (Van Moloko – Sing it back) is de verassing van de avond – en tevens afsluiter, op het Sportveld. Alleen al de pakjes die ze ter plekke aan- en uittrekt. Een brandweerpak, groenig broekpak, roze fluwelenpak met gaten en Harry Potter-achtige hoeden liggen na afloop verspreid over het podium. Een echter performer zouden ze zeggen bij de Voice: ze heeft een dijk van een stem, rent over het podium en krijgt het publiek aan het dansen. Props voor Roisin! Op naar zaterdag.

 

DEEL 2

 

Vuurboetsduin, Kerkplein, Vuurboetsduin, Kerkplein. Dat was de zaterdag. Er zijn veel dromen uitgekomen. Bijna elke artiest zei tijdens zijn optreden dat het ooit een droom was om op ITGWO te staan. Zoals Pitou lachte, “een droom die een beetje vroeg is uitgekomen.” En dan ben ik gelijk bij het hoogtepunt van het weekend: Pitou. Pitou, Pitou, PITOU. Nederlands, Amsterdams. Onthoud die naam, volgend jaar doet ze de grotere podia aan, dat moet haast wel. Want ze is goed. Met haar glasheldere stem kreeg ze in één keer het hele Kerkplein stil. Een beetje Kings of Convenience maar dan anders. Begeleid door haar gitaar en het twee-vrouwskoortje werden mensen tot tranen geroerd en kreeg ze terecht een staande ovatie.

Onyx Collective was een ander muzikaal hoogstandje die dag. Een New Yorkse jazzband met een heel nieuw geluid. De plek bij het Vuurboetsduin was ronduit sprookjesachtig. Uit de wind, in de zon en veel betere akoestiek dan bij het Sportveld. Drummer en saxofonist waren bizar goed op elkaar ingespeeld. Hoewel ritmisch af en toe onbegrijpbaar niet minder fijn om naar te luisteren. Ik ga een plaat kopen. En menigeen wil graag het nummer van de drummer.

Halverwege het vuurboetsduin kwamen we de glazenmeneer tegen die met water en halfgevulde glazen melodieën ten gehore bracht vanuit zijn bakfiets. Bijzonder knap. Ik snap nu waar de term glashelder vandaan komt.

Vervolgens kwam Remy met zijn harp. Hier kwam Ross van Friends weer even om de hoek kijken. Remy had een heel toeters- en bellenarsensaal ingeschakeld inclusief drum en dj (why??) met special effects. Zonde, had niet gehoeven. Het stukje van Satie dat hij solo speelde was eigenlijk het mooist.

En dan was daar Oumou Sangare, een zangeres uit Mali met een hele band. Thank god. Zij en haar achtergronddanseressen stalen de show. En drukten ons weer even snoeihard met de neus op de feiten dat Nederlanders niet kunnen dansen. Toen ik een glimlach kreeg van “ah wat schattig zij probeert het ook”, ben ik maar gestopt. Met stip één van de beste artiesten op het festival.

’s Nachts was er een kunstroute te bewandelen met verlichte kunstobjecten over het eiland. Jammer dat ik me dat pas de volgende ochtend bedacht op klaarlichte dag. Scheen mooi te zijn. Wel nog een glasblazer in actie gezien. Glas ter plekke gemaakt van Vlielands zand, knap, leuk en duur.

Zondag trapte Tim Knol af op het Sportveld. Dat deed hij retegoed. Hij tipte ons vast dat we echt naar Jeff Tweedy moesten. Geen woord te veel gezegd; gewoon een man met een gitaar en een loepzuivere, tikkeltje rauwe stem. Meer niet. Muy muy bien, voeg hem toe aan je zondag-lounge-chill-brak-playlist. En voeg daar ook Anna Leone en Chris Pureka ook maar aan toe.

Een bekende van het festival stond gepland toen ik al weg moest: Erlend Oye. Ongetwijfeld heel mooi geweest. Overvolle boten varen terug; vol roodverbrande gezichten, geen halve liters dit keer, maar bakkies koffie voor degenen die nog terug moesten rijden. Met een heel, heel erg voldaan gevoel.

 

 
 
 

Recente blogposts

Alles weergeven
Internationale vrouwendag

‘t Zou niet nodig moeten zijn Om ons aan te duiden Als powervrouw (brrrr) of de enige vrouw van de avond Klap klap klap Alsof ik heel erg...

 
 
 

Comments


©2021 door Marcy Lou. Met trots gemaakt met Wix.com

bottom of page